Inhoud van deze nieuwsbrief:
- ‘Hoe verdeel ik mijn laatste salbutamol aerosolen onder mijn patiënten?’
- Aanpak bij lastige gesprekken in situaties van geneesmiddeltekorten
- Waar te beginnen als je tijd schaars is? Ter inspiratie…
‘Hoe verdeel ik mijn laatste salbutamol aerosolen onder mijn patiënten?’
Geneesmiddeltekorten zijn momenteel, samen met personeelstekorten, het meest prangende probleem in de farmaceutische zorg. Apotheekteamsstaan voor lastige verdelingsvraagstukken. Ze ervaren morele stress omdat zij de toegang tot een geneesmiddel of de beoogde farmacotherapie niet meer kunnen garanderen (kernwaarden maatschappelijke verantwoordelijkheid en betrouwbaarheid en zorgvuldigheid). De geleverde (farmaceutische) zorg is bij schaarste niet altijd meer optimaal (bijv. alternatieven die off-label zijn, andere of meer bijwerkingen hebben) of dat deze zorg zelfs geheel niet gegeven kan worden (kernwaarde betrokkenheid op het welzijn van de patiënt).
Er is niet altijd voldoende tijd om argumenten te onderzoeken voor een rechtvaardige verdeling of alternatieve farmacotherapie die nog steeds recht doet aan de zorgbehoefte van de patiënt. Morele intervisie kan helpen bij het maken van noodzakelijke keuzes. Je verkent bijvoorbeeld de knoppen waaraan je als apotheker nog kan draaien. Je onderzoekt en weegt samen de argumenten die de grenzen bepalen bij de verdeling van een schaars geneesmiddel over (getroffen) patiënten.
Morele uitgangspunten bij schaarste
Het Centrum voor Ethiek en Gezondheid (CEG) noemde begin 2023 een drietal morele uitgangspunten die mogelijk ook bij verdeling van (langdurige) geneesmiddeltekorten te overwegen zijn:
- Gezondheidswinst: het maximaliseren van gezondheidswinst voor zo veel mogelijk personen over een zo lang mogelijke periode. Hierbij wegen o.a. de slagingskans en duur van de behandeling mee.
- Gelijkwaardigheid: gelijke toegang tot zorg is het uitgangspunt. De ene groep patiënten wordt niet opgeofferd voor de andere.
- Zorgbehoefte: de patiënt met de meest ongunstige uitgangspositie wordt het eerst geholpen. Hierbij wegen o.a. ziekte-ernst en leeftijd mee.
Een kernboodschap van het CEG hierbij is dat deze drie uitgangspunten altijd met elkaar op gespannen voet staan. Je kunt bij een rechtvaardige verdeling van schaarse zorg nooit aan alle drie volledig recht doen. Het vraagt niet alleen grote zorgvuldigheid om deze te combineren maar ook om ertussen te balanceren, aldus het CEG. Dit vraagt om rechtvaardige beslissingsprocedures die recht doen aan de knelpunten in de zorgpraktijk zelf en de ervaringen daarmee.
Vooraf vastgestelde morele uitgangspunten kunnen helpen maar kunnen nooit het gehele antwoord geven bij verdeling van schaarse middelen. De realiteit vraagt om reflectie op basis van concrete voorbeelden om tot morele argumenten te komen die daar recht aan doen. In de blokken hieronder twee voorbeelden van geneesmiddeltekorten met voorbeelden van praktische en morele vragen die je daarbij kan hebben en waarover je met elkaar in gesprek kan gaan voor de best (passende) antwoorden in het kader van bijvoorbeeld een rechtvaardige verdeling.
Casus 1 | Tekort Salbutamol aerosol
Long Alliantie Nederland heeft praktische aanbevelingen en een alternatieven schema opgesteld voor dit tekort. Ze adviseren om kindjes jonger dan 6 jaar NIET om te zetten naar een poeder, omdat zij nog te weinig inademingskracht hebben voor droog poeder inhalatoren (moreel uitgangspunt: zorgbehoefte). Maar er zijn ook anderen voor wie een poederinhalator niet geschikt is. Hoe verdeel je de laatste verpakkingen? Wie krijgt eerst? Wie moet wachten en waarom? Hoe ga je om met overgebleven aerosolen die terugkomen van patiënten?
Casus 2 | Tekort antibioticum drankje
Praktische vragen bij dit geneesmiddeltekort kunnen zijn: Hoe zorg je er voor dat de beschikbare voorraad terecht komt bij degenen die het antibioticumdrankje het hardst nodig hebben? Welke alternatieven zijn mogelijk of wenselijk? Meer morele vragen zijn bijvoorbeeld: Welke patiënten krijgen het antibioticadrankje sowieso? Ga je een tweede of derde keus middel inzetten met nadelen voor patiënt (effectiviteit en bijwerkingen) en maatschappij (resistentie) of je ga je een eerste keus middel zonder toestemming van de inspectie importeren?
Morele intervisie
In een moreel beraad (morele intervisie) onderzoek je op een gestructureerde wijze morele vragen van deelnemers die gaan over kwesties waarbij iemand twijfelt over wat het goede is om te doen. Perspectieven van alle betrokkenen worden in een dialoog verkend en in de context van de morele twijfel geplaatst, en vervolgens getoetst aan de feiten van de casus en elkaar. Deelnemers oefenen vervolgens met het professioneel-ethisch onderbouwen van het eigen dagelijks beslissen en handelen.
Wat kan een morele intervisie over een geneesmiddeltekort opleveren?
- Professionele autonomie apotheker en team versterkt: heldere, vanuit waarden gedragen argumenten voor het al dan niet kunnen leveren van gewenste zorg, bijvoorbeeld vanuit het principe ‘gelijke gevallen gelijk behandelen en ongelijke gevallen ongelijk’; passende farmaceutische zorg die rechtvaardig is.
- Communicatie met patiënt verloopt beter: er zijn morele argumenten voor handelingsopties waarmee je beter aan de patiënt kunt uitleggen hoe je omgaat met het geneesmiddeltekort. Bijvoorbeeld dat andere patiënten een urgentere medische noodzaak hebben of dat je met de beperkte voorraad zoveel mogelijk mensen wil helpen. Patiënten kunnen mogelijk beter accepteren dat ze een ander geneesmiddel krijgen of een kleiner aantal.
- Reflectievaardigheid middels dialoog in situaties van verdeling en schaarste wordt versterkt: deze kan ook bij andere morele vraagstukken toegepast worden.
- Betere kwaliteit van samenwerking en zorg: je ontdekt een gezamenlijke visie op morele vraagstukken en hoe daar verantwoord mee om te gaan.
- Het vergroot collegiale verbinding: je leert van elkaars perspectieven en dat geeft steun en verhoogd werkplezier.
Interesse in deelnemen aan morele intervisie?
Schrijf je in voor de SIR Dialoogtraining | 10 toetsingsuren accreditatie voor OA | 5 bijeenkomsten, data in overleg.
Locatie is afhankelijk van waar de meeste deelnemers werkzaam zijn.
>> Momenteel zijn er nog enkele plekken vrij voor een nieuwe groep in midden Nederland met start in mei 2024.
Contact: m.kruijtbosch@sirstevenshof.nl
Podcast | Harm Geers in gesprek met SIR-collega Martine Kruijtbosch over morele dilemma’s bij geneesmiddeltekorten. Zij verkennen daarbij morele uitgangspunten die je zou kunnen hanteren voor een rechtvaardige verdeling in de contexten van verschillende tekorten. Ook wordt de luisteraar geïnformeerd over hoe morele intervisie zorgprofessionals kan ondersteunen bij de reflectie op morele dilemma’s zoals verdelingsvraagstukken.
>> Beluister de Podcast Morele dilemma’s bij geneesmiddeltekorten.
Aanpak bij lastige gesprekken in situaties van geneesmiddeltekorten
Wat kun je zelf doen om lastige gesprekken rondom medicijnwisselingen soepeler te laten verlopen?
Medicijnwisselingen ten gevolge van medicijntekorten of preferentiebeleid kunnen leiden tot lastige gesprekken in de apotheek. Als deze gesprekken niet goed verlopen, kan dit leiden tot onveilig of ineffectief medicijngebruik. Ook kunnen deze gesprekken het werkplezier van jou als apotheker(sassistent) verminderen. Door bewust en patiëntgericht te communiceren kun je er zelf aan bijdragen dat deze gesprekken soepeler verlopen.
Dankzij alle media-aandacht is er inmiddels bij medicijngebruikers meer kennis over de medicijntekorten en begrip voor het werk dat dit oplevert voor het apotheekteam. Apotheekteams die SIR heeft getraind in het kader van consultvoering, geven aan dat de communicatie tijdens gesprekken over medicijnwisselingen meestal goed verlopen. Maar als iemand toch emotioneel reageert, vinden apotheker(sassistenten) het veelal lastig worden.
Bij een emotionele reactie van de patiënt bestaat de neiging om defensief te reageren: de apotheker(sassistent) legt nogmaals uit dat het medicijn er niet is en benadrukt nog eens dat de apotheek er niets aan kan doen.
Vanuit het oogpunt van jou als apotheker(sassistent) lijkt uitleg geven misschien een logische reactie, maar op emotie reageren met het geven van uitleg is doorgaans niet effectief. Met een beetje pech gooi je door die reactie juist olie op het vuur en lopen de emoties bij de patiënt alleen maar op.
Wat kun je beter doen?
- Geef eerst ruimte aan de emoties van de patiënt. Reageer met een gevoelsreflectie in plaats van uitleg te gaan geven. Een voorbeeld van een gevoelsreflectie zou kunnen zijn: “U maakt zich zorgen, vooral omdat u afhankelijk bent van dit medicijn voor uw gezondheid.” Door een gevoelsreflectie laat je de patiënt merken zijn gevoelens te hebben waargenomen. Hierdoor voelt de patiënt zich gehoord en begrepen. Juist hierdoor ontstaat er meer rust en begrip over en weer.
- Wees oprecht nieuwsgierig en probeer door vragen te stellen erachter te komen wat de achterliggende reden is dat de patiënt emotioneel reageert.
- Daarna volgt de aanpak. Immers, als je de achterliggende reden van de emoties weet, en de patiënt zich gehoord voelt kun je beter inschatten wat de patiënt van jou nodig heeft en hoe je het gesprek verder moet aanpakken: is er extra uitleg nodig of eerder geruststelling en waarover dan?
Communicatietraining
Samen met onderzoekers van het Nivel en een docent van de UU ontwikkelde SIR een communicatietraining om apothekers(assistenten) meer handvatten te geven en beter voor te bereiden op dit soort gesprekssituaties. Over de ontwikkeling en evaluatie van deze training verscheen in 2022 een artikel in het Pharmaceutisch Weekblad: ‘Training helpt apotheekteam bij lastig gesprek over medicijnwisseling. Goede communicatie voorkomt onveilig en ineffectief’ medicijngebruik.
Interesse?
Ben je geïnteresseerd in deze training of een van onze andere trainingen over consultvoering – de SIR Basistraining Consultvoering of de SIR teamtraining Consultvoering – voor jezelf en/of je team? Neem contact op met Adrianne Faber | a.faber@sirstevenshof.nl
Waar te beginnen als je tijd schaars is? Ter inspiratie…
Apothekers zijn druk: meer ouderen met meer medicatie blijven langer thuis wonen, overal in de zorg zijn personeelstekorten, geneesmiddeltekorten. Tegelijkertijd wordt een beroep gedaan op vernieuwing en aanpassend vermogen: efficiënter werken, regionaal samenwerken met en rondom de patiënt, digitaal waar het kan. Maar waar begin je dan, met je schaarse tijd?
Gelukkig is er in de afgelopen jaren al heel veel moois ontwikkeld. In het rapport ‘Succesvolle initiatieven in de extramurale farmaceutische zorg – Een pragmatische verkenning’ hebben we goede voorbeelden van Nederlandse apothekers gebundeld. Deze voorbeelden voldoen aan de doelstellingen van Passende zorg, zijn haalbaar gebleken in de dagelijkse praktijk en zijn klaar om verder uitgerold te worden. We hebben samengevat wat de interventies inhielden, wat ze opleverden, hoe kansrijk ze zijn voor verdere opschaling en uitrol en wat er nodig is voor verdere opschaling en regionale of landelijke uitrol.
In de context van het IZA, versterking eerste lijn en aandacht voor extramurale farmaceutische zorg denken we dat apothekers vooral via de regionale organisaties aan zet zijn. Dus hierbij de oproep: kijk welke van de voorbeelden passen in de regiobeelden en regioplannen, wat je als apothekers zelf kunt oppakken en waarvoor je samenwerking met anderen kunt realiseren. We hopen dat er op deze manier relatief snel grote stappen gezet kunnen worden.